Kuala Lumpur, Maleisie
Één manier van reizen is door van te voren een tour te boeken. Bij een tour is alles geregeld en hoef je zelf verder niet na te denken over de hoogtepunten van een stad en waar je wilt eten, slapen of hoe je jezelf bezig houdt. Na 2,5 maand reizen waren Rolf en ik wel toe aan eens niet nadenken over de basisbehoeften en hebben we een tour geregeld in Kuala Lumpur, Maleisië. Maar deze keer wel bij een speciale touroperator genaamd Fennis, met als tourguide Nicky Fennis.
Mijn broertje zat voor een maand in Maleisië, met een aantal trips naar bijv. Indonesië, en om hem op te zoeken hebben we onze semi gemaakte plannen opgeschort en zijn we vanuit China rechtstreeks naar Kuala Lumpur gevlogen. Toen we het vliegtuig uit kwamen, was het eerste grote verschil al goed te voelen; het is namelijk warm! Na wat winterweer, maar vooral lenteweer gehad te hebben, is het hier volop zomer. Met minimaal 30graden, dag en nacht, kunnen de jassen diep opgeborgen worden en de korte broeken en de slippertjes uit de backpack. Hetgeen dat Rolf en mij gelijk opviel in Maleisië is, is dat wij niet meer opvallen. In China vielen we zelfs in grote steden met miljoenen inwoners gigantisch op, omdat we blank waren en de rest Chinees. In Kuala Lumpur viel de diversiteit van etniciteit van de mensen gelijk erg op. De stad is een mengelmoes tussen Chinezen, Indiase mensen, westerse expats, en Maleisische. Het is zelfs zo dat de originele Malei een minderheid zijn in hun eigen land. Dit is ook terug te zien in de taal, want in Kuala Lumpur wordt veel Engels gesproken, en is het Malei ondergeschikt. Zelfs bij stappen praat men onderling Engels. Dit maakt het voor ons op eens weer een stuk makkelijker om alles te begrijpen, zowel in het duidelijk maken in spraak als in het begrijpen bij het lezen.
Mijn broertje kon ons helaas niet ophalen vanaf het vliegveld, maar hij kwam ons ophalen bij de busstop in het centrum. Tourguide Nicky Fennis eerste indruk was helaas niet goed door te laat te zijn, maar hij maakte het helemaal goed door het weerzien; het was echt erg leuk om hem na 2,5 maand weer te zien. En om het nog beter te maken, had hij een zeer gezellige mede tourguide genaamd Pei Pei bij zich, die als local helemaal veel wist van de stad. Na het weerzien hebben ze ons naar het hostel gebracht, geboekt door Nicky, dat als 3e hostel van Azië een prijs had gewonnen. En het hostel deed deze prijs zeker eer aan, wat een mooi en luxe hostel, met zelfs uitzicht op de KL-tower vanaf de ‘brug' naar de toiletten. Dus de accommodatie geregeld door deze touroperator voldeed zeker aan de verwachtingen.
Na de eerste avond heerlijk te hebben gegeten, moesten we de dag erna al weer vroeg op. De tourguide stond al weer vroeg voor de deur en Nicky heeft ons de eerste dag gelijk langs vele hoogtepunten van de stad genomen. Waaronder China Town en India Town (ja hier ook weer de verschillende etniciteiten volop aanwezig) met als hoogtepunt misschien wel het Indiaas eten. Heerlijk vers gebakken naanbrood met curry en tandori kip. Blijer waren wij niet te maken, maar toch deden we een poging. We dachten dat het fijn zou zijn om ter ontspanning een voetmassage te krijgen. In Kuala Lumpur zie je veel Dr. Fish spa gelegenheden, dit zijn aquaria waarin allemaal visjes zitten die de dode huidcellen van je voeten eten en tegelijk een kleine massage geven door het happen. Het kietelde echter zoveel dat eerder op onze lachspieren werkte dan dat het ter ontspanning werkte, maar het was erg gezellig!
Na deze ‘ontspanning' was het tijd om onze voeten aan het werk te zetten. Iets buiten de stad ligt Batu Cave. Dit is een grote hindoeïstische tempel die bovenaan een trap lag met ongeveer 200 treden. Er staat buiten ook een gigantisch beeld ten ere van de tempel. Helaas wist tourguide Nicky niet waarom het Batu Cave heette en wat het doel van de tempel was, maar door de aapjes was dit snel vergeten. Er zitten zoveel wilde apen op de trap die eten proberen te bietsen van de toeristen en ze zijn zo schattig, dat dit misschien nog wel leuker is dan de tempel zelf. 's Avonds hebben we weer gezellig gegeten met zijn allen en een drankje in ‘Skybar' gedaan, waar de biertjes duur zijn, maar het uitzicht het meer dan waard is. Je zit letterlijk in de ‘Sky' met uitzicht op de Petronas Towers en de KL Tower.
Na deze drukke dag wist de tourguide goed dat het tijd was voor wat ontspanning, helaas hoort bij tropisch weer soms ook tropische regenbuien en op deze dag zijn er meerdere gevallen. Maar dit hield in dat we heerlijk op de bank van Pei hebben gelegen. En echt die bank verdient net als het hostel een prijs, maar dan voor de beste bank van Azië. Pei en een vriendin van haar komen in juni een tijdje naar Nederland, wat inhield dat we ze moesten voorbereiden op het Nederlandse eten. Ik nam graag die taak op me door een avond Nederlands eten te maken. Tijdens het boodschappen doen, was het bijzonder om er achter te komen dat in de supermarkt de alcohol en het varkensvlees apart verkocht werden. Als niet halal-producten in een zeer Islamitisch land als Maleisië, krijgt het een aparte plek in de supermarkt en moet je het ook daar terplekke betalen. 's Avonds was het dan zo ver; het eten! Ondanks dat het 30 graden was, ik denk niet dat gekookte aardappels, bloemkool en gehaktballetjes in jus ooit zo lekker gesmaakt hebben. Of zal het misschien mee helpen dat we ze al zo lang niet gehad hadden?
Een bezoek aan Kuala Lumpur is ook niet compleet zonder de Petronas Towers op te zijn gegaan. Voorheen kon je gratis de brug op die tussen de twee torens staat. We dachten dat dit nog steeds het geval was, en omdat er maar een beperkt aantal plaatsen waren, stonden we al weer vroeg in de rij. En ja hier heeft tourguide Nicky zeker veel pluspunten mee gewonnen, ondanks dat wij al om half 8 in de rij stonden, stond hij zeker 20 meter voor ons in de rij. Hierdoor waren we de gelukkigen die als eerste die ochtend de toren op konden, voor nu het kleine bedrag van 2,50euro. Geen geld om 165meter de hoogte in te gaan en het mooie uitzicht op de stad.
Hierna zijn we weer een van de vele winkelcentra ingegaan die Kuala Lumpur rijk is. De leukste is echter Times Square! In deze Mall is een echt pretpark, met een achtbaan die over de kop gaat. Heel bizar om dit op de 5e verdieping van een winkelcentrum te zien. Toch vertrouwden we het niet helemaal met de grootte, aangezien je max. 1,95 meter mocht zijn, maar er soms zo weinig ruimte tussen de achtbaan en de stellage was dat we onze hoofden liever op ons lijf hielden en er dus maar niet in gingen. In dit winkelcentrum zaten ook meerdere bioscopen en in zo'n bioscoop bleek de enerlaatste dag ook dat we de tourguide blijkbaar echt nodig hadden. Rolf en ik dachten namelijk naar de film te gaan, en de verkoopster had gezegd dat de Maleisische film in het Engels ondertiteld zou zijn. Nou niet dus! Aangezien we het niets begrepen hebben we maar een heerlijk dutje gedaan in de bioscoop, maar als de tourguide erbij was geweest was dit ons vast nooit overkomen...
Helaas moeten we het nu wel weer met zijn 2-en doen. Nicky is namelijk weer naar Nederland gevlogen. Het was echt super om mijn broertje te zien in zo'n ver land, maar het was vooral bijzonder om te merken hoe normaal dit ook gelijk ook is. Het was eerder vreemd om hem weer te zien vertrekken. Na zijn vertrek bleek al snel dat we veel op zijn gids talenten geteerd hadden, want toen we een restaurant weer probeerden te vinden lukte het ons gewoon niet. Om dit maar niet te vaak te hebben, zijn we maar snel weer in een vliegtuig gestapt naar een eiland in het noorden van Maleisië genaamd Langkawi. Hier zullen we net als de meeste mensen in Nederland vakantie houden met de kerstperiode, alleen wel 40graden warmer en op witte stranden.....
China Part 2
Zittend in een slechts voor een derde gevuld AirAsia vliegtuig probeer ik onderweg van Chengdu naar Kuala Lumpur te bedenken wat ik over ons tweede verblijf in China wil schrijven. Er is veel om uit te kiezen. Ondanks dat we besloten hadden om vrij lang (5 hele nachten) op een plek te blijven, hebben we weer zo veel beleefd. Het schrijven van deze stukjes is zowel voor mij als voor Jorieke niet alleen een manier om het thuisfront (en een ieder ander) te laten weten wat we gedaan hebben en hoe het gaat, maar het is ook een manier om jezelf te laten bevatten wat we nu al 2,5 maand aan het doen zijn.
Op 1 december landden we in Guangzhou. Eerlijk gezegd had ik nog nooit van deze stad gehoord, ondanks dat de oude naam, Canton, wat meer bellen deed rinkelen. Of dat misschien door Cantonees eten komt is de vraag. Feit is wel dat Cantonees eten het meest lijkt op het Chinese eten wat wij kennen. Guangzhou is een stad waar meer dan 10 miljoen mensen wonen. In Azie is het de afgelopen tijd volop in het nieuws geweest vanwege de Asia Games. Deze spelen lijken sterk op de Olympische Spelen, maar dan alleen voor Aziatische landen. Hiermee heeft China na de OS in Beijing en de World Expo in Shanghai opnieuw een mega evenement mogen organiseren. Als je de kranten leest in bijvoorbeeld Zuid-Korea merk je dat er sprake is van jaloezie. Niet alleen wint China veruit de meeste medailles bij grote sportevenementen, nu organiseert ze deze ook nog eens. Internationaal ligt er zoveel aandacht op China dat de jaloezie ook wel begrijpbaar is. Aangekomen in de stad was duidelijk te merken wat de spelen voor Guangzhou betekend hadden. Er zijn nieuwe snelwegen aangelegd, stadions gebouwd en het metrostelsel is uitgebreid. Voor buitenlanders zijn al deze voorzieningen makkelijk te gebruiken. Bewegwijzering en metrokaarten zijn bijvoorbeeld altijd ook in Latijns schrift, naast de eigen Chinese tekens. Dit en het feit dat Guangzhou een heerlijk klimaat heeft (26 graden in december) maakt het een fijne plek om aan te doen. Wij besloten echter niet lang te blijven, omdat ons tweede bezoek aan China maar 13 dagen zou duren. Op het moment van schrijven zijn we namelijk onderweg om Nicky (broertje van Jorieke) in Kuala Lumpur te zien tijdens zijn verblijf van een maand daar.
Na 2 nachten stonden we dus met onze volledige bepakking op het station om naar Guilin te gaan reizen. De drukte die we daar meemaakten was weer een om toe te voegen aan het lijstje 'dat is China'. Het makkelijkst is het waarschijnlijk te vergelijken met een groot evenement in Nederland zoals een groot concert of iets als de TT in Assen. Na twee controles stonden we toch al na een half uur in het stationsgebouw, dat viel ons enorm mee. De treinrit zou 12 uur duren en dit zou onze eerste rit zijn in de goedkoopste slaapklasse. Het verschil met de treinen die we namen in Rusland was eigenlijk niet zo groot. In plaats van vier bedden zijn er zes per compartiment en verder heeft je compartiment geen deur. Dit heeft als voordeel dat het voor je gevoel niet drukker is, omdat je toch iets minder op elkaar zit. Twee mensen kunnen aan het raam op een stoeltje zitten, de andere vier zitten of liggen op bed. Al met al best prima. Het is goedkoop, het bespaart je een nacht in een hostel en de bedden (hoewel hard sleeper genaamd) liggen best goed.
Aangekomen in Guilin bleek het weer nog steeds lekker te zijn en de omgeving geweldig. Guilin wordt omringt door Karstgebergte. Deze bergen zien er door de puntigheid bizar maar ook heel mooi uit. Naast dat Guilin zelf een grote aantrekkingskracht heeft, komen toeristen er met name om de omgeving te zien. Dit kan per fiets of per boot op de Li rivier. Ons plan was dan ook om na twee nachten deels per bamboevlot naar Yangshuo te reizen. Nadat we deze toer geregeld hadden (leve het laagseizoen, een korting van meer dan 50% was makkelijk geregeld), zijn we 's avonds Harry Potter in de bioscoop gaan kijken. Vanwege het nog ontbreken van een nagesynchroniseerde versie konden wij de film in het Engels goed volgen. Jorieke blij (fan en in Zuid-Korea is de film nog niet uitgebracht), ik blij. Toch vreemd om de film over het laatste boek als eerste HP aanvaring te hebben gehad...
De tocht naar Yangshuo was er een om niet snel te vergeten. Ik weet niet goed hoe ik het moet omschrijven, maar misschien vertellen de foto's het verhaal zelf. Voor mij was het in ieder geval een China ervaring zoals ik mij die had voorgesteld. Ronduit fantastisch en een absolute aanrader. We hadden besloten om in Yangshuo niet in het stadje (immers, het heeft maar 330.000 inwoners) zelf te slapen, maar op een kwartier lopen van het centrum. Een Belg heeftdaar een hostel opgezet wat aan al onze wensen voldeed. Heerlijk rustig, een geweldig uitzicht en heerlijk eten. Tel daarbij de vriendelijkheid en behulpzaamheid op die je mist in de (vaak) goedkopere motels en je snapt dat we het in Trippers Carpe Diem goed naar onze zin hebben gehad.
Dag twee van ons verblijf in Yangshuo begon met een Chinese kookles. Na een bezoek aan de lokale boerenmarkt hebben we op een mooie plek aan de rivier onze eigen lunch gemaakt. Het programma bestond uit het maken van vijf gerechten zoals ei-dumpling, eend en gestoomde kip. Aangezien we tegenwoordig nooit meer koken was het misschien sowieso goed om weer eens met een pan in de weer te zijn. Ik moet zeggen dat het verbazingwekkend leuk was. De setting was super, de lerares kon zowaar goed Engels en het eten was heerlijk. Zeker iets wat we onderweg nog vaker willen gaan doen. Het bezoek aan de boerenmarkt was bijzonder. Je weet van tevoren dat er in China veel, voor ons, bijzondere dingen gegeten worden, maar het in het echt meemaken is iets anders. Naast schildpadden (in Nederland leuk als huisdier, momenteel in Ede) zagen we natuurlijk konijnen en eenden. Wat we niet wisten is dat men in China ook katten eet. Deze diertjes zaten geduldig te wachten in hun kooi totdat ze verkocht zouden worden. Op de markt zelf kan je vervolgens je aangeschafte dier aan de slager meegeven en vervolgens op de door jou gewenste manier mee naar huis nemen. Onze lerares wees ons erop dat op de markt ook honden verkocht werden. Dat men in China hond eet is algemeen bekend en dus geen verrassing. Geen van onze collega cursisten had de behoefte om de honden te zien, maar wij vonden dat we er niet voor weg moesten lopen. Het is nou eenmaal zo en wij vonden dat we dat dan zelf ook maar moesten aanschouwen. Toch was het echt schrikken. De honden hingen in gerookte vorm aan haken en dat is echt geen fijn gezicht. Ik ben 'blij' dat we het gezien hebben, maar we zijn toch vrij snel wel naar buiten gegaan.
Op dag nummer drie hebben we een scooter gehuurd bij het hostel en de omgeving verkend. Het weer was goed, de wegen rustig en het uitzicht super, echt een topervaring. Van de basketballveldjes onderweg werden we stiekem best jaloers. Full size velden met belijning en een geweldige omgeving, waar vind je dat in Nederland?
Als laatste activiteit in Yangshuo zijn we een dag later gaan fietsen. Aan de hand van een lekker onduidelijke kaart leek het ons een prima plan om er op de fiets op uit te trekken. Op de heenweg was dit relatief goed te doen. Eenmaal de weg langs het water gevonden kwamen we zonder problemen aan bij ons eindpunt, de Dragon Bridge. Aangezien het daar te prijzig was om de weg terug met een bamboevlot af te leggen gingen we ook aan de andere kant van de rivier per fiets op pad. Op de kaart was dit pad een stuk kleiner, maar dat we vervolgens 1,5 uur lopend door boerenland over afzet-heuveltjes moesten ploegen kan niet de bedoeling geweest zijn. Achteraf was het prima en ook erg mooi, maar ik moet zeggen dat ik blij was dat we uiteindelijk op het gewenste pad uitkwamen. Aangezien het ondertussen 15.30 was, kwam het mini-restaurant in het eerste kleine dorpje als geroepen. De eigenaresse was uiteraard vol enthousiasme over ons bezoek en verkocht ons na een beroep gedaan te hebben op ons point-it boekje een flinke vis. Nederlands als wij zijn vonden we de binnenkant van de kop en de ingewanden van het visje niet de moeite van het consumeren waard. Na de ingewanden aan de pup van het huis gevoerd te hebben, werden we verbaasd nagekeken terwijl we weer op pad gingen. Na een zware onderhandeling legden we het volgende stuk per bamboevlot af. Helemaal geweldig, ware het niet dat we halverwege al weer aan wal werden gebracht. Het zou te lang duren, etc, etc. We konden hoog en laag springen, er zat niets anders op dan het laatste stuk maar weer te fietsen.
Onze laatste stop in China zou Chengdu zijn. In Chengdu is een groot reservaat opgezet voor de bedreigde panda's. Ook zouden we vanaf Chengdu een vlucht naar Maleisie pakken. Om in Chengdu te komen zaten we maar weer eens 26 uur in de trein. Ik moet zeggen, dat went echt. Waar ik in Nederland wel eens moeite had met mijn wekelijkse trip naar Amsterdam is een dag in de trein nu niet veel anders: het lijkt lang, maar eigenlijk is hetsnel voorbij.Aangekomen in Chengdu hebben we ons eens goed ingeleefd in de Tibetaanse keuken en vervolgens na een korte nacht een toer genomen naar het pandareservaat. Stiekem geloofde ik soms niet dat we eindelijk echt panda's zagen. Waren het geen mensen met een pandapak aan? Beesten waarvan je al zo lang beelden en plaatjes zag zijn dan toch vreemd om in het echt te zien. Het reservaat was een stuk mooier dan ik verwacht had. De dieren hebben alle ruimte en zien er op hun gemak uit. Liggend op de grond eet een panda zo'n 16 uur lang bamboe. De overige 8 uur slaapt en verteert hij zijn maal. Niet dat ze hier goed in zijn, want slechts zo'n 20 procent van het genuttigde voer wordt daadwerkelijk opgenomen in het lichaam. Als je je vervolgens bedenkt dat bamboe nou niet echt vol voedingsstoffen zit, snap je waarom een groot dier als een panda zoveel moet eten. Waren ze nou maar bij vlees gebleven zoals ze vroeger deden...
Zuid Korea
Korea is een land dat wij in Nederland kennen als Noord Korea en Zuid Korea dat sinds de oorlog in de jaren 50 gescheiden is door een gedemilitariseerde zone (DMZ). Beiden landen leven naast elkaar; Noord is een communistisch dictatorschap dat niet zomaar te bezoeken is terwijl Zuid is als land zeer toegankelijk is voor toeristen en tegelijk ook veel in ons westers leven aanwezig is. Nee, ik bedoel nu niet door Guus Hiddink en voetbal, maar door de bekende Zuid Koreaanse merken zoals Hyundai, LG en bijvoorbeeld Samsung. Wat Rolf en mij opviel tijdens het reizen door Zuid Korea is echter dat ze zichzelf niet als Zuid Koreanen zien en het land niet als Zuid Korea; ze zijn trotse Koreanen en ze leven in het mooie land Korea met toevallig nog een slechte buur boven zich. Het heeft mij veel moeite gekost om niet steeds Zuid Korea te zeggen tegen locals, maar gelukkig is de uiteindelijk gewoonte geworden want het voelt toch als een eerkwestie voor de mensen.
Op 19 november kwamen we vanuit Japan met de nachtboot aan in Busan, het zuiden van Korea. Het is een stad waar niet veel westerse toeristen komen, maar waar wel een zeer westerse sfeer hangt. Rolf en ik hebben nog nooit zoveel koffietentjes en bakkerijtjes in een stad zien zitten, laat staan in dezelfde straat. Hetgeen wat het nog eens leuker maakte, is dat het prijsniveau ten opzichte van Japan sterk gedaald was, voor meer dan de helft van de Japanse prijs kan je hier uitgebreid eten en drinken. Ondanks de westerse sfeer hangt er wel degelijk een Aziatische sfeer. De mensen zijn weer minder beleefd dan in Japan en het is ook weer minder schoon. Japan was dan wel extreem schoon, daar kunnen we als Nederland ook bij lange na niet aan tippen, maar toch was het wel even wennen om weer echt in Azië te zijn.
Busan is een plaats die zowel aan de zee ligt als tussen de bergen, een fenomeen dat niet zeldzaam is in Korea. Het land bestaat voor 70% uit bergen en is als schiereiland, iets groter dan Nederland, omringt door zee. Dit maakt het bezoek aan Korea en Busan zeer leuk, omdat je met een kort metroritje vanuit het centrum van de stad in de bergen staat, of op een strand aan zee. De Koreanen genieten ook van deze diversiteit door veel de natuur in te gaan. Een van de favoriete bezigheden lijkt haast wel het hiken. Als je naar een berg gaat, word je omver gelopen door de hordes Koreanen die vol uitgedost de berg willen bewandelen. Outdoormerken als North Face, Merrel, Salomon zijn zo waar gewoon tof hier en iedereen is dan ook van top tot teen volledig outdoorproof. Ik moet toegeven dat dit ook best een leuk gevoel was, want als wij dan eens in onze volledige reizigersoutfit waren, waren we eigenlijk underdressed. Mijn lelijke (ja ze lopen erg goed, maar mooi zijn ze nog steeds niet) wandelschoenen lijken wel gympies vergeleken met de schoenen van de meeste hikende Koreanen.
Toch is hiken niet de meest favoriete bezigheid van Koreanen, dit moet haast wel eten en drinken zijn. Het eten is een hele ervaring op zich, omdat je bij elke maaltijd gratis verschillende kommetjes Kimchi krijgt. Kimchi zijn verschillende bijgerechtjes die de maaltijd complementeren, het kan soep zijn tot verschillende ingelegde groenten met smaken die uiteen lopen tussen bitter, scherp, zout, zoet, zuur of een combinatie van allemaal. De meest bekende is de ingelegde Chinese kool die je dan ook veelvuldig in dit land ziet liggen. Maar wat ons het meest verbaasd heeft, is het alcohol gebruik. Hier in Korea bestaat de sterke drank Soju. Soju is een wodka-achtige drank met 18% alcohol dat in halve liter flesjes komt. Bij elke maaltijd, bij alle soorten mensen staat dit drankje op tafel. Het is ook niet dat ze het bij een flesje per groep houden, nee er gaan meerdere flesjes door heen tijdens een maaltijd. Er is één bedrijf ter wereld die deze drank maakt, en het merk Soju is door alleen het gebruik in Korea het meest gedronken sterkedrankenmerk ter wereld.
Er is wel een grote groep mensen in Korea die helemaal niets van deze drank drinken en dat zijn de monniken. In het Buddhistische leven wordt er geen alcohol gedronken en geen vlees gegeten. In Korea hebben Rolf en ik misschien wel een van de bijzonderste ervaringen van de Korea reis gehad door 24-uur in een Buddhistische tempel te leven. ‘Onze' tempel was de tempel Golgul-sa vlakbij de plaats Gyeongju een uur ten noorden van Busan. Het leven hield in door te doen wat de monniken doen, oftewel mediteren, yoga, eten, apart slapen op de verwarmde ondol vloer, opstaan om 4uur 's ochtends om het morgen gezang bij te wonen terwijl de volle maan nog volop aanwezig is en 108 buigingen. Deze tempel was bijzonder omdat er de martial arts Sunmundo wordt uitgevoerd. Deze martial arts staat die in het teken staat van Zen en het buddhisme. Ondanks dat we al genoeg spierpijn hadden door de yoga, werden de spieren nog even extra getest tijdens deze sport.
Na dit fantastische tempelbezoek hebben we nog 2 dagen in Gyeongju doorgebracht, een plaats die bekend staat als museum zonder muren, door de vele tempels en graftombes in en om de stad heen. Na deze dagen beleefden we een backpackersdroom; gratis reizen! Het is op het moment ‘Visit Korea Year 2010-2012' (ja ik snap het jaar ook niet helemaal, zal wel Koreaans zijn) waardoor er verschillende gratis services zijn. Dit merk je al bij tempels en musea, je komt bijna overal gratis binnen en krijgt een gratis Engelse tour. Echter gratis vervoer was voor ons voor het eerst. Er was een gratis super de luxe bus service van Gyeongju richting Seoul. Door dit gratis reizen is onze originele planning iets aangepast, en hebben we besloten Seoul ons ‘thuis' te maken. Ondanks dat het maar 5 uur met de bus was, was het wel heel vreemd om te merken toen we uit de bus kwamen dat het hier gewoon al als winter aanvoelde. Dus weer de dikke jassen aan en mutsen op.
Vanuit Seoul zijn we voor een dagtrip (met gratis bus) naar Jeonju geweest, de plaats waar nog de meeste originele huizen, Hanoks, staan van Korea. Verder hebben we tijdens onze tijd in Korea genoten van deze grote stad met de vele bezienswaardigheden, shopmogelijkheden en restaurantjes. Een van de dagen zijn we nog lekker decadent gaan skiën in een van de vele skiresorts in de buurt van Seoul. Echter was het minder decadent dan gedacht. Omdat het de eerste dag van het skiseizoen was, waren de liften gratis en was de skihuur maar 3euro per persoon. Ondanks er nog geen echte sneeuw lag, waren er 2 pistes vol gespoten met echte nepsneeuw waardoor we nog een dag genoten hebben van skiën voordat we de hitte ingaan in de rest van Azië. En deze leuke dag had ook nog een top eind, want we raakten aan de praat met een Koreaanse student bij de bus. We zijn uiteindelijk gezellig uit eten gegaan met Kim (zijn voornaam was niet uit te spreken, dus we mochten hem Kim noemen) in een leuk Koreaans restaurant dat hij kende. Ondanks aandringen van ons dat het echt niet kon, heeft hij het eten betaald voor ons allemaal. Hij wilde graag dat we een mooie herinnering aan Korea zouden blijven houden.
Dit zullen we dan ook zeker doen! Korea is een land dat een goede mix is tussen Azië en de Westerse wereld. Er zijn genoeg westerse restaurants en winkelgelegenheden om je thuis te voelen, maar er is nog wel net genoeg chaos om het Azië te laten zijn. Alles is makkelijk bereisbaar in een land waarmee je in een trein binnen 2,5 uur aan de andere kant van het land zit en er zijn genoeg Engelse faciliteiten bij bezienswaardigheden. Daarnaast heb je op kleine reisafstand alles wat je maar kan wensen, cultuur als mooie bergnatuur of zee en stranden.
Rolf en ik hopen dan ook echt dat de onregelmatigheden tussen Noord en Zuid Korea snel tot een geschikte en vreedzame oplossing komen. Zoals jullie waarschijnlijk wel mee hebben gekregen is de laatste tijd de spanning weer gestegen tussen deze twee landen door de beschietingen rondom het eiland vlakbij de DMZ. We waren eerst nog van plan een tour naar de DMZ te nemen, maar door deze ontwikkelingen leek het ons toch niet zo'n goed plan. De spanning begint ook in Zuid Korea voelbaar te stijgen. In Seoul, dat geeneens te ver van de grens met Noord-Korea ligt, zijn we tegen meerdere demonstraties aangelopen die niet allemaal even vriendelijk waren. We vonden het nu dus ook niet erg om het land te verlaten om naar het zuiden van China te gaan. China is natuurlijk in dit dispuut geen neutrale partij, maar aangezien in de Chinese krant niets stond over de opgelopen spanningen in Korea, is er vast ook niets........
Per trein door Japan
Waar denk je aan als je aan snelle treinen denkt? Frankrijk, misschien Duitsland? Dat zou kunnen, maar Japan is toch echt het mekka als het om snelle treinen gaat. De zogenaamde Shinkansen of Bullet Trains bestaan al sinds de jaren 60. Het systeem is zo geperfectioneerd dat elke paar minuten op de grotere stations wel een trein in een van de beide richtingen vertrekt. Tel daarbij op dat de treinen gemiddeld binnen 6 seconden (!!) van de geplande aankomsttijd arriveren en je hebt een geweldig netwerk. Dat de treinen met 250+ rijden is een welkome bonus.
Onze eerste ervaring met de Shinkansen was op 10 november, de dag dat onze JR Rail Pass in ging. Met deze pas kun je onbeperkt reizen met het netwerk van JR (Japan Railway). Naast de Shinkansen kun je gebruik maken van lokale treinen, metro, bussen en zelfs veerboten. Let wel, in Japan heb je voor al deze diensten meerdere bedrijven, het is dus altijd opletten waar je wel en niet in mag stappen. Een dergelijke pas kost rond de 250 euro voor 7 dagen. Gezien het prijsniveau van de Shinkansen is dit een goede deal. Gelukkig hadden Joriek en ik de pas in Nederland al aangeschaft, want zoals we wisten is dat niet mogelijk in Japan zelf. Vreemd? Ja, maar niet alles is altijd even logisch....
Onze eerste rit zou gaan van Tokyo naar Nagoya, waar we zouden overstappen op de lokale trein naar Takayama, in de Japanse Alpen. Eenmaal in de trein hebben we ons verbaasd over de enorme ruimte die je hebt voor je benen. Stel je de standaard ruimte in een NS trein voor en verdubbel die maar, dat komt aardig in de buurt. De treinrit zelf lijkt op een Thalys/TGV rit. Het gaat hard, het is comfortabel en uiteindelijk ook gewoon maar een treinrit. Toch is de sensatie elke keer aanwezig en blijf je je verbazen over de enorme afstanden die je in beperkte tijd kan afleggen. Wat een nacht zouden duren in de Trans-Siberie Expres kost je nu slechts een paar uur.
Toch was de rit naar Takayama indrukwekkender. Het uitzicht was fantastisch, vooral op de terugweg. De lokale trein had namelijk uitzicht rondom, ook achter de machinist. Drie maal raden wie op de voorste rij zaten van de eerste coupe... De rit van 2,5 uur was werkelijk zo voorbij, wat is dat een geweldige ervaring. Je hebt het gevoel naast de machinist te zitten, over jongensdromen gesproken...
Takayama staat naast de indrukwekkende natuur bekend om de authentieke Japanse huizen die er te vinden zijn. We hadden slechts een nacht in de bergen gepland, Kyoto zou een langer verblijf zijn. Na de lokale trein en een stuk met de Shinkansen kwamen we al snel in Kyoto aan. Naast bekend van het milieuakkoord (nou ja, akkoord...) is Kyoto met name DE stad om een hoop over de historie van Japan te weten te komen. Er zijn honderden tempels, een kasteel en een paleis. Naast dat we hier een deel van hebben bezocht, hebben we een dag uitgetrokken om het nabij gelegen Nara te bezoeken. Dit kleine plaatsje staat vol van de bezienswaardigheden en stelt niet teleur. Feitelijk is het een groot park waarin tempels en dergelijke te bezoeken zijn. Het meest bijzondere aan het park is misschien wel dat er ruim duizend herten rondlopen. Deze herten zijn ‘wilde' beesten. ‘Wild' omdat ze verschrikkelijk tam zijn. Het helpt waarschijnlijk mee dat ze de hele dag rijstcrackers gevoerd krijgen door de bezoekers van het park. Toch is het een bijzondere ervaring om zo dichtbij deze van nature schuchtere dieren te kunnen komen. En dat in een werkelijk fantastisch mooie omgeving!
Buiten het uitstapje naar Nara hadden we het ambitieuze idee om het zogenaamde Kobe beef in Kobe te gaan eten. Voor wie het niet kent, Kobe vlees is vlees van koeien die tot in den treuren worden vertroeteld. Het gerucht gaat dat de koeien dagelijks bier drinken en gemasseerd worden met Sake. Alleen het laatste is ten dele waar, de koeien worden gemasseerd, maar niet met Sake. Het meest bijzondere aan het vlees is voor ons westerlingen hoe het eruit ziet. Een stuk Kobe is namelijk doordrenkt met vet. Hoe meer vet, hoe beter. Dit is trouwens niet alleen bij Kobe zo, ook ander rundvlees in Japan ziet er zo uit. Helaas zijn we uiteindelijk niet geslaagd in onze opzet. Voor vertrek wisten we dat het een dure avond zou worden. Onze reisgids en het internet spraken over prijzen vanaf 25 tot 50 euro voor een portie van ongeveer 150 gram. Goedkoper dan 75 euro voor 120 gram hebben we het niet gevonden. En van prijzen oplopend tot ruim 200 euro voor 180 gram hoef je niet te schrikken. Gezien de aanslag op ons budget vonden we 150 euro voor 240 gram vlees een iets te serieuze uitgave. Bedenk je voor het beeld nog even dat we 2 weken daarvoor in China voor 7,50 per persoon als koningen kreeft zaten te eten... Uiteindelijk hebben we in een gezellig restaurant vlees gegeten met kenmerken van Kobe: vet, mals en sappig. De ervaring is bijzonder, de link met ons rundvlees leg je namelijk nauwelijks. Maar heerlijk was het wel.
Na Kyoto hadden we een nacht in Hiroshima gepland. De reden om hier naartoe te gaan is natuurlijk de atoombom die in 1945 op de stad gevallen is. Bij aankomst in ons hostel werd ons verteld dat op een eiland voor de kust van Hiroshima die dag een bijzondere ceremonie zou zijn van monniken. Deze ceremonie wordt jaarlijks twee keer uitgevoerd en geheel toevallig kwamen wij op een dergelijke dag aan. Naast deze ceremonie zouden we nog genoeg tijd hebben om het Peace park te bezoeken, dus een uur later stonden we op het eiland. Voor ons beiden was het de eerste keer dat we een dergelijke ceremonie bijwoonden. De monniken op het eiland verkopen een soort houten latjes waarmee de koper, afhankelijk van de prijs, voor een bepaalde duur goed geluk zou moeten toekomen. Twee maal per jaar worden de verkochte latjes verbrand in de ceremonie, waarna de monniken over het smeulende as van het verbrande hout lopen. Het is moeilijk te beschrijven hoe intens en indrukwekkend het ritueel was. De mensenmassa was enorm en het geheel was erg bijzonder. Wat het meeste indruk op ons heeft gemaakt is de omslag van het weer tijdens de ceremonie. Van een mooie zonnige dag werd het opeens betrokken en kil. Tot het moment waarop men over het as ging lopen en de lucht weer blauw werd. Misschien wil je het wel zo zien, maar Jorieke en ik hebben tijdens de anderhalf uur niet gesproken en hebben het beiden zo ervaren. Echt bizar. Na de monniken bleken ook de overige gelovigen over het as te gaan lopen. Met name de ouderen gingen hierin voor. De rij die zich hiervoor vormde strekte zich tot onder aan de berg. Al met al een hele ervaring!
Het bezoek aan Hiroshima zelf was ook erg bijzonder. Aangezien alle steden in Japan relatief nieuw zijn, voelt de stad niet anders aan. Als symbool voor de totale vernietiging staan de overblijfselen van een gebouw nu genaamd de A-bomb Dome nog overeind. Vooral 's avonds is dit een bijzonder gezicht, helemaal omdat het vlakbij het punt staat waarboven de bom (in de lucht dus) is afgegaan. In het museum wordt uitgebreid uitgelegd hoe de Amerikanen besloten de bom te gooien en welke invloed dat op de stad heeft gehad. Al met een al een verrassend goed en indrukwekkend museum. Dat Albert Einstein invloed heeft gehad in het uiteindelijk hanteren van dit verschrikkelijke middel wist ik bijvoorbeeld niet.
Als afsluiting van onze toer door Japan zijn we in Fukuoka naar een sumo toernooi geweest. In Japan zijn jaarlijks slechts zes grote toernooien en dankzij het internet wisten we dat we in Fukuoka de bekende zware mannen aan het werk konden zien. Nederlands als we zijn waren we natuurlijk vroeg op de toernooidag al binnen. Tot een uurtje of 4 mogen de mindere goden hun kunsten vertonen in een nog vrij lege hal. Vervolgens worden enkele ceremonies uitgevoerd en gaan de echte toppers aan het werk. Ondanks dat je op tv regelmatig sumo kan kijken, is de belevenis in het echt totaal anders. Voordat een partij begint vindt een schouwspel plaats wat wel 10 minuten kan duren. Er wordt gezongen, geprepareerd, elkaar aangekeken, nogmaals geprepareerd en uiteindelijk geworsteld. In de coulissen hebben we ondervonden hoe heftig het is als de mannen naast je hun opening van de partij oefenen, wat een kracht! Ondanks dat de heren natuurlijk enorm dik zijn, moet je toch echt respect hebben voor de lenigheid en kracht die ze in hun lichamen hebben. Daarbij is sumo een minder simpele sport dan je zou denken. Er wordt gebruik gemaakt van meer dan 70 technieken om de tegenstander uit de ring of op de vloer te gooien. Het enthousiasme van de japanners bij de toppartijen is geweldig. Schoolklassen juichen, mensen schreeuwen en de worstelaars gaan er tegen aan. Ik had het niet verwacht, maar ik heb van 11.30 tot 18.00 uur geboeid zitten kijken. Een absolute aanrader!
Na de wedstrijden hebben we voor de laatste keer de trein gepakt richting Shimonoseki. Vanaf deze plaats hebben we twee nachten later de boot naar Zuid-Korea gepakt. We hebben Japan dus alweer achter ons gelaten. Het heeft zeker niet teleurgesteld. Was het duur? Ja, vergeleken met andere Aziatische landen misschien wel, maar het is goedkoper dan Nederland. Maar de hele trip was het meer dan waard. Het is echt een heel bijzonder land, zeker een bezoek waard!
Eerste week Japan
Na 2 weken China was het al weer tijd voor Japan. Een land dat niet veel mensen aan doen tijdens een lange reis naar Azië, voornamelijk omdat het bekend staat als een belachelijk duur land en het uit de route ligt voor veel reizen. Toch had dit land zo'n aantrekkingkracht op Rolf en mij dat we het maar eens moesten bekijken. En een beter moment dan nu komt er natuurlijk niet, we zijn namelijk toch al ‘in de buurt'....
Vanuit Shanghai zijn we naar de metropool Tokyo gevlogen en toen we aankwamen, voelde het gelijk al als Japan. Normaal lijken alle vliegvelden op elkaar, met de standaard koffietentjes, fastfoodketens en altijd de normale wc's. Echter is de wc nu juist een beleving op zichzelf in Japan, die ik gelijk goed ervaren heb op het vliegveld. Ik dacht even snel te gaan, maar ik wist niet waar ik moest kijken. De wc ruimte was ongeveer 14m2 met allemaal knoppen, draaitoestanden, en verschillende bassins. Gelukkig was de wc zelf goed te herkennen, eindelijk weer eens een normale westerse wc met wc-pot en al waar je gewoon op kan zitten. Na ja dat dacht ik.... Je wc-bril is namelijk verwarmd en naast de bril zitten nog allemaal knopjes die allemaal sproeiers aan zetten. Er was zelfs een knop waarmee je het geluid van een doorspoelende wc kon na bootsen terwijl je behoefte aan het doen was. Al met al een hele ervaring.
Na dit kleine avontuur was het tijd om naar ons hostel te gaan in Tokyo. In deze stad wonen 12 miljoen mensen, als je alle buitenwijken meetelt zelf 33miljoen mensen, en het bestaat uit 23 stadsdelen. Elk stadsdeel heeft zijn eigen bestuur en verkiest zijn eigen burgemeester en bestuur. Elk stadsdeel heeft zijn eigen karakter. Wij sliepen in de wijk Asakusa, de wijk die nog een beetje het gevoel van het ‘oude' Tokyo heeft. Er is een grote tempel en een aantal kleine straatjes met nog laagbouw en ouderwetse huisjes. Toch begint het nieuwe Tokyo hier ook al door te komen, want op het moment wordt de ‘Sky Tree' gebouwd, de nieuwe hoogste toren ter wereld, midden in de wijk naast ons hostel.
Leuk om eens zo'n toren gebouwd te zien worden, maar blij dat het nog niet af was, want nu konden we voor een redelijk normale prijs een kamer in deze wijk voor een week bewonen. Aangezien een privékamer niet veel duurder was dan 2 dormbedden, zijn we voor de privé optie gegaan. Daarnaast was de hoofdlocatie van ons hostel vol, waardoor we in een ander gebouw kwamen te slapen. Helemaal goed, want dit was een soort van appartement waar maar weinig mensen sliepen. Een hele grote keuken en een leuke woonkamer in Japanse Stijl om ons helemaal thuis te laten voelen voor een week. Ook wel eens lekker om niet steeds met de spullen te sjouwen en het gewoon door de kamer te kunnen strooien...
We hebben een week in Tokyo gezeten om een groot gedeelte van de wijken te ontdekken. Een van de wijken was Akihabara, beter bekend als Electric Town. In deze wijk zitten alle winkels bij elkaar waar alle elektrische winkels bij elkaar zitten. Sinds Mediamarkt en Saturn in Nederland zitten, zijn we wel gewend aan de grote winkels met veel elektrische apparatuur, maar hier gaat het net een stapje verder. Het was hier onder andere normaal om langdurig een massagestoel uit te proberen, de enige regel was dat je niet in slaap mocht vallen en ze hadden graag dat je je schoenen uitdeed. Al met al was het niet goedkoper dan in Nederland, maar we hebben toch een goede deal voor een mooie camera kunnen krijgen die we niet konden laten schieten. Dus we zijn sinds kort in het bezit van een iets grotere camera; op naar de nog mooiere foto's.
Een van de leukste en vooral ook lekkerste dingen uit Japan is het eten. Zoals de meeste mensen misschien wel weten is sushi, naast zuurkoolstamppot, mijn lievelingseten. En waar kan je dit beter doen dan in het land waar het vandaan komt?! Rolf en ik hebben dit dan ook al vele keren gedaan, maar de beste keer was bij de Tsukiji Fish market. Dit is de grootste vismarkt in de wereld die bijna elke dag open is van 4.30uur 's ochtends tot 12.00 's middags. Het is het punt waar de meeste tonijn ter wereld wordt verhandeld, en je kunt hier als toerist bij zijn. Het enige punt is dat er maar 140 mensen toegelaten worden op een dag. Deze tonijnveiling is elke ochtend van 4.30-5.30uur. Om hierbij te zijn, moet je er op tijd bij zijn om een reservering te krijgen. Aangezien er nog geen metro gaat op dit tijdstip, hebben Rolf en ik een fietsje gehuurd de dag ervoor. Nadat we de stad de dag ervoor onveilig hebben gemaakt op onze fietsen met heel stoer mandje, vertrokken we 's ochtends om 3.45uur om op tijd te komen. Helaas mocht dit niet baten, toen we aankwamen waren alle reserveringen al weggegeven. Sta je dan op je fietsje in het donker....
Na een te duur kopje koffie in een restaurant in de buurt te hebben gedronken, zijn we weer terug gegaan naar de markt. Officieel mag je pas vanaf 9.00uur hierop, omdat het hiervoor nog te druk is met alle handelaren. Maar er zijn een aantal restaurantjes bij waar ze sushi verkopen. Nu komen er even heel veel superlatieven, want ik kan het gewoon niet anders omschrijven. We hebben in de aller-langste rij ooit voor eten gestaan (1uur), op het aller-vroegste tijdstip ooit (7.15) maar het was dan ook de aller-lekkerste en verste sushi die we ooit in ons leven hebben gegeten. Zelfs de wasabi werd vers gemaakt en alles was het meer dan 100% waard, mij krijg je nooit meer zo blij op de vroege ochtend. Het was echt hemels!
De sushi was niet goedkoop, maar verder valt het ons eigenlijk nog mee met het prijsniveau in Japan. Oké, in het begin was het heel erg wennen, maar ja we kwamen ook net uit China waar je met zijn 2-en uitgebreid uit eten ging met 4 0,6 liter bier voor misschien 10euro. Het prijsniveau is eigenlijk goed te vergelijken met Nederland. Boodschappen doen is wel duurder dan Nederland, vooral fruit met bijvoorbeeld trossen druiven voor 25euro, maar uit eten gaan is gelijkwaardig. Het leuke hier is dat je verschillende niveaus van restaurants hebt. Het goedkoopste is het restaurant waar een bonnetjesapparaat buiten staat waar je geld in gooit, je je keuze maakt, en je dan naar de ober loopt om het bonnetje te geven en dan komt je eten vanzelf bij waar je gaat zitten. Het volgende niveau zijn de restaurants waar ze in de vitrine een uitgebreid display hebben van plastic voedsel waar je op kan zien wat ze allemaal hebben aan eten, erg makkelijk als je de taal niet snapt. Alles wat hierboven zit is helemaal gelijkwaardig aan Nederland met soms ook prijzen die tot 100-en euro's per maaltijd gaan.
Na een aantal dagen in Tokyo gezeten te hebben, zijn we ook nog de stad uit geweest. Op een dag zijn we op en neer naar Nikko gegaan. Dit is een plaats 2uur boven Tokyo dat misschien wel de grootste toeristentrekpleister van Japan is. Er staan heel veel mooie tempels en de omringende natuur is ook fantastisch. De mooiste tijdstippen van het jaar zijn de lente vanwege de bloesem, en de herfst vanwege de herfstkleuren. En laten wij nu net in de herfst hier zijn... Ik heb nog nooit zulke mooie kleuren op een boom gezien!
We zijn ook nog naar Mount Fuji gegaan. Deze vulkaan is naast de ‘Rising Sun' het grootste symbool voor Japan. Een afbeelding staat ook op het 1000yen briefje. Het beklimmen van deze berg is ook een ervaring die elke Japanner eenmaal in zijn leven moet meemaken. Helaas voor ons, zou het voor ons niet mogelijk zijn om de top te halen. Vanwege het klimaat op de berg, is het pad naar boven maar 2 maanden per jaar geopend; van 1juli t/m 31augustus. Hierbuiten wordt het zeer afgeraden om omhoog te gaan. Toch waren Rolf en ik benieuwd en wilden we meer zien van de berg dan de 5e stop waar iedereen uit stapt. Echter hebben we het maar gered tot de 6e stop, hier moesten we al toegeven dat we het ‘gevecht' met de berg niet konden winnen. Het begon eerst met harde windstoten, toen werd het een kleine zandstorm, maar toen we op een vlakte aankwamen vlak na de 6e stop en Mount Fuji met vulkanisch gesteende begon te gooien was het toch echt tijd om terug te keren en voor deze keer de berg van onderaf te aanschouwen.
Op het moment zijn we bezig met door de rest van Japan te reizen, met de trein. Maar hier volgende keer meer over.....
Xi'an & Shanghai
Als ik één ding zou moeten opnoemen wat Jorieke enmij tijdens onze reis is opgevallen, dan is het waarschijnlijk dat we tevreden of blij kunnen zijn om juist de kleinste dingen. Natuurlijk, het reizen alleen is fantastisch en we zien de mooiste gebouwen en natuur, maar bij kleine dingen besef je dat soms meer. Iets normaals als de was gedaan laten hebben is voor ons een heerlijk moment, omdat er dan meestal geen schone kleding meer te vinden was in de rugzakken. Probeer thuis alles uit je kledingkast maar eens te dragen voordat je gaat wassen, het zal een veel langer duren, maar het gevoel van niets schoons meer kunnen aandoen hebben we elke week, als we niet oppassen...
Een moment van tevredenheid hadden we ook toen we in Beijing treinkaarten geregeld hadden richting Xi'an. Helaas konden we drie dagen van te voren alleen nog maar zitplaatsen krijgen. De treinen in China zijn namelijk altijd druk. Er wordt gezegd dat op elk moment van de dag gemiddeld 10 miljoen Chinezen ergens in het land in de trein zitten. Voor de goedkopere slaapplekken schijn je minimaal een week van te voren op het station te moeten zijn. Onze zitplekken bleken wel van het luxe soort te zijn. Genoeg beenruimte en alle comfort. De trein zat uiteraard volledig vol, wat ons niet verbaasde gezien de enorme drukte op het station. Qua omvang en drukte aan wachtende mensen lijkt het station (Beijing-West) meer op een vliegveld dan het gemiddelde NS station. De treinreis naar Xi'an zou de hele nacht duren, wat uiteindelijk een zware nacht betekende (vooral voor Jorieke). Vergelijk het maar met een lange vlucht naar de andere kant van de wereld, je bent blij als je enigszins geslapen hebt.
In Xi'an hadden we vooraf een hostel geboekt wat uiteindelijk een fantastische plek bleek te zijn. Centraal gelegen, erg mooi en een privékamer voor 9 euro, wat wil je als reiziger nog meer? De dagen in Xi'an hebben we met name doorgebracht met verkennen van de verschillende delen binnen de stadsmuur. De stad is de oude hoofdstad van China en zeer rijk aan historie. Tegenwoordig staat het naast de grote islamitische wijk eigenlijk en de stadsmuur vooral bekend om een ding: het is de ideale uitvalsbasis voor een bezoek aan het terracottaleger. Hiervoor kun je dan ook overal een tour regelen. Het allermooiste was een mevrouw op het station die kaarten verkocht voor een bus naar het leger voor een euro of vijf. Prima deal zou je zeggen, het is namelijk nog bijna een uur rijden. De grap is alleen dat deze dame kaarten verkocht voor de openbare bus, die 25 meter verderop verkocht en per persoon 75 cent kost. Heerlijke handel! We hebben dus maar een kaartje bij de conductrice van de bus gekocht en zijn vertrekken richting het leger. Gezien het recente bezoek van een deel van het leger aan Nederland, zal ik jullie de verdere bijzonderheden van het leger besparen. Wat wel opvallend was, was het gehele complex waarin het leger uitgegraven en tentoongesteld is. Naast dat we bij de ingang allerlei stands met honden- en kattenhuiden zagen, zijn de kuilen waarin de verschillende delen van het leger staan best bijzonder. Je zou verwachten door een paar gangen moeten te lopen om uiteindelijk ergens het leger te zien, maar je loopt een hal binnen waarin een grote kuil zit. Op die manier kijk je van boven op het leger en heb je een goede indruk van haar omvang. Er is een drietal van dergelijke kuilen, waarbij de zogenoemde pit 1 het meest indrukwekkend is. Daarom hebben wij de omgekeerde volgorde aangehouden... Al met al een top attractie!
In Beijing hadden we al ontdekt dat vervoer vanaf Xi'an naar Shanghai een probleem zou worden. Een treinkaartje was niet meer te krijgen, buiten een harde stoel voor een 20 uur durende treinreis. Niet echt een optie. Contact met ons hostel in Xi'an leerde ons dat een bus ook mogelijk zou zijn. Deze slaapbus doet er ook 20 uur over en zou 40 euro per persoon kosten. Geen slechte deal, maar dit zou ons bezoek aan Xi'an erg kort maken. Uit interesse ben ik maar eens flink gaan zoeken naar luchtvaartmaatschappijen die deze route vliegen. Die zijn er genoeg, zowel Xi'an (4 miljoen mensen) als Shanghai (22+ miljoen?) hebben moderne luchthavens. Na lang speuren en vertalen met google translate, kwam ik op de website van Spring Airlines terecht. Dit bleek een Chinese low-cost airline te zijn. Aangezien we niet ten koste van alles goedkoop willen vliegen, heb ik toch maar even goed gekeken met wat voor vliegtuigen we de trip zouden maken. Dit leek allemaal in orde, en na overleg met Jorieke bleek de prijs per persoon opeens nog 25 dollar lager te zijn. Al met al gezamenlijk 120 euro voor de vlucht van 2 uur, iets fijner dan 20 uur met een bus waarin je niet rechtop kan zitten. Een tevredenheidsmomentje was weer geboren...
Aangekomen in Shanghai bleek ons hostel op 15 minuten van het westelijke vliegveld te liggen, wij landden natuurlijk in het oosten. Dit betekende 1,5 uur met de metro en na een heerlijk avondmaal (kreeft) doken we na twaalven ons bed in. Zondag 31 oktober was namelijk de laatste dag van de wereldtentoonstelling en dat mochten we natuurlijk niet laten schieten. Ook zouden we op het treinstation Kristian ontmoeten die in Shanghai aankwam om een aantal weken les te gaan geven. Na gezellig een bakje koffie te hebben gedronken zijn we op pad gegaan richting het expo-terrein. Aangekomen bij de expo bleek, zoals we al wisten, het niet meer mogelijk om kaarten te krijgen. Een aardige mevrouw had er gelukkig nog een paar voor ons over...
Zo hebben we in Shanghai onder de Groningse vlag kunnen staan (oke, alleen ik...) en een kroketje kunnen eten. Een beetje fout natuurlijk, maar voor ons nu echt wel even lekker! De Expo zelf was niet helemaal ons ding. Chinezen zijn er met name bezig om alle stempels in hun Expo-paspoort te krijgen, wat zorgt voor lange rijen. Voor Duitsland bijvoorbeeld stond men rustig 6 uur in de rij. We hebben een aantal paviljoens bezocht en rustig het terrein verkend. Oke, je ziet mooie dingen en het is best indrukwekkend (want heel groot), maar het blijft een veredelde vakantiebeurs. Leuk om een keer mee te maken, maar de volgende keer hoeft het van ons niet meer. Een keer moet je het wel zien, maar dat is genoeg.
De twee overige dagen in Shanghai hebben we de verschillende hoogtepunten van de stad bekeken. Hiervoor zijn we eerst maar gewisseld van hostel. Na het einde van de Expo daalden de prijzen aanzienlijk en konden we in het centrum voor een gunstige prijs een eigen kamer krijgen. Naast het ‘oude' deel van Shanghai, de Bund, is het meest indrukwekkend toch wel het nieuwe Pudong. Tot 1991 was hier eigenlijk niets, tot men besloot hier het centrum van de speciale handelszone Shanghai te laten verrijzen. In 1995 was de Oriental Pearl Tower klaar en nu staat er een volledige wijk aan hoge gebouwen. Het hoogtepunt is het recent geopende World Financial Center, met een hoogte van 494 meter en een uitkijkplatform op 474 meter. Op deze 100e etage heeft men het mooie idee gehad dat het leuk zou zijn om onder je voeten naar beneden te kunnen kijken. Er zit dus een open stuk in het gebouw en je kan vanaf de glasplaat inderdaad naar beneden kijken. Een vrij aparte ervaring kan ik je vertellen... Uiteindelijk wel erg gaaf, wat een uitzicht!
Hiermee kwam een einde aan ons eerste bezoek aan China. Op 3 november zijn we vroeg in de ochtend met Delta naar Tokio gevlogen. De dag voor vertrek hebben we de was laten doen. Heerlijk.
Beijing
Another day at the office; om 7uur gaat de wekker, tijd om op te staan. Zoals gewoonlijk staat Rolf als eerste op om de douche op te warmen, maar vooral zodat ik me nog even om kan rollen en kan snoozen. In de hal staat een collega op ons te wachten om samen te reizen naar het werk, carpoolen blijft toch altijd goedkoper en handiger. Vandaag een werkproject dat op langere reistijd ligt en waar we alle 3 nog nooit zijn geweest, dus veel overstappen en het juiste vervoer vinden. Zucht, waarom is het niet dichterbij en kan het niet zonder chaffeurs die je proberen op te lichten? ?! Na wat moeite en veel onderhandelen toch eindelijk aangekomen bij de locatie van de dag. Vandaag een klus die de hele dagzal duren; het beklimmen van de Chinese muur....
Na het verlaten van Mongolie, en tevens het einde van de Trans-Siberie Expres, kon er geen grotere verandering zijn dan China. Ondanks dat het buurlanden zijn en ze in de geschiedenis veel met elkaar te maken hebben gehad, is het echt een ommezwaai van 180graden. Mongolie dat zo wijds en mooi is qua natuur, en China dat zo dichtbevolkt en smoggie is als het maar kan. Zodra je het treinstation uitloopt, word je al omver gelopen en weet je door de drukte om je heen niet waar je moet kijken. Maar echt, wat is het weer fantastisch!
Het beginpunt voor ons is Beijing, een stad die sinds de Olympische Spelen in 2008 nog bij iedereen vers in het geheugen ligt. Beijing is een stad ter grote van het land Belgie, waar voor de Olympische spelen veel veranderd is. Dit is dan ook te merken bij het voortbewegen in de stad. Alles is naast het Chinees ook in het Engels waardoor het makkelijk is om je weg te vinden. Destijds was vaak in het nieuws dat ze enkele gewoonten probeerden te veranderen van de inwoners in Beijing, maar het spugen en roggelen hebben ze toch nog niet achterwege gelaten. Bij elke mogelijkheid hoor je ze weer om je heen het spuug en die éne fluim van een week eerder naar boven te halen. Niet heel fris, maar vreemd genoeg let je er op een gegeven moment niet meer op.
Marcus, iemand die we hebben leren kennen tijdens de tour in Mongolie, is samen met ons op zoek gegaan naar een hostel. Na een mooie gevonden te hebben, hebben we ons als echte toeristen gedragen. Je kan namelijk niet naar Beijing gaan zonder de Verboden Stad en het Olympisch stadium te bekijken. Ondanks de smog, wat het zicht zeer beperkte en de ademhaling liet stokken, was het leuk om deze dingen eens in het echt te zien.
's Avonds zijn we naar een park in de buurt van de Verboden Stad gegaan. Er was een te schattig meer met allemaal barretjes en restaurants eromheen. De Chinezen zelf komen hiernaar toe om hun eind-van-de-dag activiteiten uit te oefenen. Dit kan zowel normaal badmintonnen zijn, als voet-badmintonnen tot balroomdansen aan toe. De Chinezen genoten er allemaal met volle teugen van en ze konden met geen grotere glimlach dit allemaal uitvoeren. We hebben dan ook een tijd aan de kant gezeten om het te bekijken en mee te genieten, want het echte leven van de lokalen is voor ons het echte reizen. Toch kon ik niet lang het van de zijkant blijven aanschouwen. Een oud vrouwtje, dat tevens ongeveer 4 koppen kleiner dan ik was, vond dat ik maar mee moest doen. Oftewel al draaiend en stuntelend heb ik samen met haar midden in het park staan dansen, terwijl Rolf en Marcus samen met een hoop Chinezen de grootste lol hadden om dit nieuwe schouwspel.
Activiteiten maakt natuurlijk dorstig en hongerig, dus hebben we hierna een aantal biertjes gedronken om het in China zijn te vieren. Maar zoals verwacht zijn niet de Chinese biertjes het lekkerst, maar het Chinese eten. Geen tjaptjoi of babi bangang op de kaart, maar heerlijke Peking eend en andere verrassende gerechten. En nee zover we weten nog geen rare ingewanden of iets dergelijks gehad. Wat ons wel opviel is dat rijst hier echt een bijgerecht is, je eet je helemaal vol aan de andere gerechten die je met zijn allen deelt. Je kan er voor het idee nog een klein schaaltje rijst per persoon bij bestellen, maar nodig is dit niet. Ondanks al het lekkere en goedkope Chinese eten, konden we de midnight munchies na het drinken van een aantal biertjes niet weerstaan en zijn we toch maar een Mac ingedoken. Tja deze zijn tenminste 24uur per dag open...
Het meest indrukwekkende van ons bezoek van Beijing was toch de Chinese muur. Er zijn verschillende gedeelten waar je op kan, en wij zijn naar Jinshanling gegaan. Dit is een gedeelte dat niet helemaal plat wordt gelopen door de Chinezen, de grootste groep toeristen in China, en waar je voor enkele kilometers de muur kan beklimmen. Het is ook echt beklimmen, want na het goed gerestaureerde eerste deel, heb je voeten en handen nodig om omhoog of omlaag te gaan. Met de hele tocht was je een uurtje of 4 kwijt. Zeker een vermoeiende loop, maar o wat gaaf. Er zijn momenten dat er geen andere reizigers om je heen hebt, waardoor je je alleen waant op deze gigantische muur.
Tja als dit onze werkdagen moeten zijn, dan wil en hoef ik nooit weekend.
p.s. De censuur in China is natuurlijk weer vollop aanwezig op internet, tijdelijk oa geen facebook voor ons. Helaas voor Rolf werkt T-mobile niet alleen slecht in Nederland maar ook in het buitenland. Hij zal pas weer in Vietnam bereik kunnen hebben, Mijn telefoon werkt wel gewoon!
Mongolie
Mongolie
Na 2,5 week Rusland zijn we een week geleden Mongolie ingetrokken. Ik (Rolf) moet bekennen dat ik voor de reis vrij weinig van het land wist. Iets met kleine paarden en een woestijn, daar hield het wel mee op. De belevenis van de afgelopen week zal ons echter lang bij blijven, wat is het een fantastisch land om te bezoeken. De natuur is zo indrukwekkend en daarbij zijn de mensen over het algemeen ook zeer vriendelijk. Wat mij betreft een echte aanrader.
Om eerst maar eens samen te vatten hoeveel kilometers we tot nu toe al hebben afgelegd:
Groningen - Ede: 182
Ede - Dusseldorf: 149
Dusseldorf - Sint Petersburg: 1757
Sint Petersburg - Irkutsk: 5985
Irkutsk - Ohlkon vv: 650
Irkutsk - Ulaanbataar: 1350
Tour door Mongolie: 1000
Ulaanbataar - Beijing: 556
Totaal: 11.629
Al met al een hoop uren in de trein en auto, maar dit hoort toch echt bij de reis. De belevenis onderweg hebben we tot en met Mongolie als een plus ondervonden, maar in de trein van Ulaanbataar naar Beijing (waar we op het moment van schrijven inzitten) is dat een stuk minder. Dit komt omdat dit deel van de Trans-Mongolie expres bijna alleen door toeristen wordt afgelegd. In onze wagon zitten Australiërs, Duitsers, Zweden en een paar Nederlanders..
Om tot Ulaanbataar te komen hebben we bij Naushki de Russische grens overgestoken. Omdat het salaris van een deel van het spoorwegpersoneel bepaald wordt door het op tijd aankomen van de trein, zijn de spoorboekjes met voldoende marge opgesteld. Dit ondervind je bijvoorbeeld doordat een trein voor aankomst bij een station stil staat op vreemde plekken om vervolgens alsnog op tijd het station in te rijden. Zodoende heeft men bij de grenzen voldoende tijd ingecalculeerd om de noodzakelijke handelingen te kunnen verrichten. Ondanks dat onze trein vijf wagons omvatte, hebben we uiteindelijk van 13.00 tot 22.00 uur nodig gehad om beide grenzen over te steken. In Rusland mochten we allereerst tot 16.00 uur de trein uit voordat men überhaupt zou beginnen met de paspoortcontrole. Geen probleem, in het station is vast wel iets te doen of te eten zou je zeggen. Niets is echter minder waar, met de komst van de trein is Naushki veranderd van een bloeiende handelsplaats voor thee in een dood dorp waar maar heel weinig mensen wonen. De koeien in het park waren wat ons betreft de grootste attractie.
Aangekomen in Mongolie (6 uur 's ochtends, heerlijk) zijn we op goed geluk met andere toeristen meegegaan naar een hostel waar we in de Lonely Planet al over gelezen hadden. Vanuit dit hostel hebben we vervolgens een tour kunnen regelen om buiten Ulaanbataar het echte Mongolie te kunnen zien. Vooraf waren we bang dat dit misschien niet meer zou lukken vanwege de kou, maar niets was minder waar. De tour was een 4 daagse excursie het platteland in. Vooraf hadden we ons niet gerealiseerd hoe groot het land is. Wat op de kaart vlakbij Ulaanbataar leek, bleek een 7 uur durende rit te zijn, over vrij redelijke wegen. Mongolie is dan ook nummer 18 als het gaat om de grootste landen ter wereld...
Tijdens de tour hebben we met een groep van zeven in drie verschillende kampen geslapen. In Mongolie betekent dat slapen in een gertent. Dit zijn tenten waar oorspronkelijk hele nomadenfamilies in woonden en nu vooral een grote aantrekkingskracht uitoefenen op toeristen. Dit gezegd hebbende, je ziet onderweg zeer regelmatig een tent staan met werkelijk niets in de wijde omtrek. Hierin zitten daadwerkelijk Mongoolse families. Onze eerste tent stond in de tuin bij een normaal huis. Dat was nou niet de ervaring die we zochten, maar het slapen in een tent was niet anders. De tenten zijn uitgerust met een aantal bedden, een tafel en een houtkachel. Koud heb je het dus niet, zolang het vuur maar brand. Dat is 's nachts natuurlijk een probleem. Uitgerust met dikke slaapzakken zijn we de nachten best goed doorgekomen. De 2e nacht daalde het kwik tot onder de min 10 graden, een beetje vodka en de goede slaapzak maakten het warm genoeg binnen.
Na de eerste dag een vruchtbaarheidsritueel te hebben aangeschouwd bij een steen die verdacht op het mannelijk geslachtsdeel lijkt, zijn we de 2e dag een grote tempel ingegaan om vervolgens naar de mini-Gobi te reizen. Omdat de echte Gobi-woestijn ver van Ulaanbataar ligt, is dit een relatief bereikbare plek om een stukje van het woestijnleven mee te maken. Daarbij was het voor ons ook de plek om de ultieme rust te ervaren. Buiten ons kamp zag je tot in de verte niets behalve een aantal paarden of de kamelen waarop we gereden hebben. De paarden werden vervolgens naar het kamp gedreven zodat we als groep ook hierop konden rijden. Hiermee was het vele autorijden snel vergeten en was het puur genieten. Het oude Mongoolse stel wat voor ons zorgde was erg schattig. Het oude mannetje was ietwat vreemd en onverstaanbaar, maar was ongelooflijk gastvrij en bedoelde alles alleen maar goed. Joriek en ik hebben in hun eigen tent mogen kijken, waarbij de ruimte ons alles meeviel. Door middel van een schotel en een zonnepaneel is men zelfs in staat om televisie te kijken. Dit hebben we eigenlijk overal onderweg wel gezien, de nomaden gaan met de tijd mee...
Op dag drie hebben we terug in het hostel een douche gepakt, om vervolgens richting het oosten te reizen naar Terenj National Park. Dit park vlakbij Ulaanbataar en is dus DE uitvalsplek voor toeristen die maar weinig tijd in Mongolie hebben. Ons kamp lag gelukkig redelijk vrij. Naast een stukje bergbeklimmen hebben we ook hier paard gereden. Het hoogtepunt was echter een groot kampvuur wat we onder aanvoering van onze Engelse vriend Gavin hebben gebouwd. Dat we daarvoor 's nachts alsnog met z'n drieën een boomstal hebben moeten verzagen om het vuur gaande te houden namen we op de koop toe. Deze laatste avond van de tour was een heerlijke afsluiting van een geweldige trip door Mongolie. Het land bezoeken en alleen aandoen Ulaanbataar is echt niet voldoende.
De laatste avond (woensdag) hebben we met de volledige groep en een paar andere gasten van het hostel heerlijk gegeten in Ulaanbataar. In de stad wordt heel veel in het Engels aangegeven, wat een behoorlijke verandering is na Rusland. Zo zijn de straatnamen in het Engels, maar ook het merendeel van de restaurantnamen. Dat het van binnen vervolgens weinig met (bijvoorbeeld) een Ierse pub te maken heeft doet niet ter zake. Wel kun je er heerlijk eten. Mongolie zou een van de laatste plekken moeten zijn waar we voorlopig nog voor een gunstige prijs uitgebreid steak kunnen eten. We hebben ons daar als groep nog maar even aan tegoed gedaan door flink te eten. Dat je vervolgens voor 2 mega porties en 4 halve liters bier € 17,50 betaalt is natuurlijk ook niet slecht.
Vanaf vandaag gaan we 2 weken lang China verkennen. Waar Mongolie ondanks haar omvang slechts drie miljoen inwoners heeft, heeft Beijing alleen al bijna net zoveel inwoners als Nederland. Dat wordt een flinke overgang...