Peru
Op het moment zitten we al weer een tijd aan de zonnige Caribische kust van Colombia, maar dat betekent niet dat ik het verhaal van Peru kan overslaan. Rolf en ik hebben er in de 3 weken dat we er zijn geweest zoveel mooie dingen gezien en gedaan dat ik er wel over moet schrijven. Beter laat dan nooit toch?
Peru is waarschijnlijk het meest toeristische land van Zuid Amerika door een aantal grote trekpleisters met als hoogtepunt de Inca ruïne Machu Picchu in de buurt van Cuzco. Dit was dan ook onze eerste stop in Peru, want dat kan je natuurlijk niet overslaan als je in Peru bent. Het was best even wennen toen we in Cuzco aankwamen, na het relatief rustige Bolivia waren we hier weer in een mega gringo (blanken) hoofdstad. Het is een hele mooie stad met mooie gebouwen en veel geschiedenis, maar ze weten wel hoe ze zoveel mogelijk kapitaal uit de blanken die hier komen weten te wringen. Er zijn zoveel winkeltjes en restaurants puur en alleen gericht op blanken. Wat het wel leuk maakte was dat één van die vele gringo's een oud collegaatje van me is van Croissanterie Jolie. Lise zat voor een aantal maanden voor vrijwilligerswerk in Cuzco en we moesten dan ook zeker een kopje koffie met haar doen. Ze was die week ook jarig dus we hebben nog een drankje op haar verjaardag gedronken. Het was echt super leuk om weer eens een bekend gezicht te zien na al die maanden en op haar verjaardag had ze zelfs pepernoten gebakken en dat verslaat elke verjaardagstaart als traktatie!
Gelukkig zijn in gringohoofdsteden alsnog vele manieren te vinden om te ontsnappen en door een tijdelijke local te kennen, is het altijd makkelijker om achter de speciale dingen van een stad te komen. In Peru en vooral in Cuzco is het ongeveer 350 dagen in het jaar een feestdag maar toen wij er waren was het echt een speciale dag. Het was namelijk de dag van de doden. Dit is een tweedaags feest waarin de Peruaanse mensen de overleden familieleden eren en naar de graven toegaan om tijd door te brengen met de doden. Niets triests of verdrietigs aan, gewoon feestvieren met de familie. Samen met Lise, een aantal huisgenootjes van haar en een andere Nederlander die we die dag op de markt hadden leren kennen zijn we naar de meest luxe en dure begraafplaats geweest. Het was echt een bijzondere ervaring om te zien hoe hele families bij de graven aan het eten waren met hun overleden familie. Er werd zelfs een klein biertje bij de meeste graven neergezet. Ja, bier is onlosmakelijk verbonden met feestdagen en de Peruanen beginnen dan ook al vroeg met de biertjes. Aangezien Lise jarig was vertrok ze eerder, maar Rolf en ik hebben samen met Ilir (de Nederlander van de markt) een tijd lang biertjes gedaan met een Peruaanse familie. Het ene biertje dat we wilden drinken zijn er vele meer geworden en toen we eindelijk weg gingen werd er afscheid genomen alsof we al jaren vrienden waren. Erg gezellig weer.
Na deze vele biertjes waren we wel toe aan een vullende maaltijd en kwamen we terecht bij een van de vele Chinese restaurants die Peru rijk is. Wel apart is dat niet alleen vele Chinezen in het verleden naar dit land getrokken zijn (zoals eigenlijk elk land in de wereld, Chinezen zijn echt overal) maar dat Japan ook een groot aandeel heeft in de geschiedenis van Peru. Ik wist bijvoorbeeld niet dat ze voor een lange tijd een president hebben gehad van Japanse afkomst. Zo leer je altijd weer nieuwe dingen op reis. Wat erg grappig was tijdens deze maaltijd was om te leren dat we toch echt een stuk pittiger eten dan vroeger. We hadden de maaltijden voor ons staan en aangezien de porties veel te groot waren konden we het niet op. Net toen we klaar waren kwam er een jongen rond de 12 jaar langs om snoepjes te verkopen. In Peru zie je veel kinderen die op straat leven dit doen als manier om geld te verdienen. Aangezien we nog zoveel eten over hadden, vroeg ik aan de jongen of hij anders niet aan tafel wilde komen zitten om het op te eten. De jongen wilde dit natuurlijk maar al te graag totdat hij mijn noedels proefde. Ik dacht dat ik het niet scherp had gemaakt, maar na 2 happen stond zijn mond in brand en wist hij niet waar hij het moest zoeken. Gelukkig hadden we nog wat Inca Cola (nummer één drankje van Peru, geel en is heel erg zoet) en een groot bord rijst om de brand te blussen. Mijn noedels waren zelfs zo scherp dat hij het ook niet mee wilde nemen en het beperkte tot de rijst. Toch best grappig om mee te maken, nu kunnen we ons eindelijk goed vertonen bij mijn Indonesische familie. Ondanks dat ik nog steeds niet in de buurt kom van hoe pittig mijn oma het eet. In ieder geval is het pittiger dan de Peruaanse jongen aan kan...
Na een paar dagen in Cuzco te hebben doorgebracht was het dan eindelijk tijd om op de trek te gaan naar het wereldwonder Machu Picchu. De traditionele trek om er te komen is de Inca trail, maar door de grote populariteit moet je deze al enkele maanden van te voren boeken en betaal je de hoofdprijs. Wij gingen voor een alternatief dat een stuk goedkoper is en die we twee dagen nog konden regelen; de Salkantay trek. Dit is een 5 daagse trek waarbij je over de Salkantayberg komt met een hoogte van 4700meter en je uiteindelijk vlak bij Machu Picchu aankomt. Deze trek is een van de populairste alternatieven voor de Inca trail en niet voor niets. Het is echt een super mooie route waarbij je door verschillende landschappen loopt. We waren van te voren benieuwd hoe we het zouden vinden, want dit was voor het eerst dat we echt zelf naar 4700meter zouden lopen (in Bolivia zijn we hoger geweest, maar dit was in een auto) en we 5 dagen achter elkaar zouden lopen. Het werd ons wel een stuk makkelijker gemaakt doordat we nu niet met alle spullen hoefden te lopen. Er waren muilezels die vooruit liepen met de tenten en eten. Het was zelfs zo luxe dat we geeneens de tenten zelf op hoefden te zetten en het eten werd ook voor ons gemaakt. Kijk dan hoef je je alleen maar bezig te houden met het lopen en te genieten van de mooie uitzichten. Na de eerste nacht op 4000meter hoogte met bijbehorende koude temperaturen werden we ook blij verrast met tentservice. Jaja, we werden gewoon wakker gemaakt met een kopje coca thee in bed, fijner wordt het niet na een koude nacht en wakker worden om 5uur ´s ochtends. De tweede dag was het zwaarst van de hele trek, je vertrekt op 4000meter om naar 4700meter te klimmen (wat best pittig is met de ijle lucht) en we eindigden op 2400meter. Aardig veel lopen dus op 1 dag, maar onze groep was zo snel en actief dat we in plaats van de gemiddelde 10uur het in 7uur deden. Het was achteraf gezien ook erg goed te doen en het uitzicht boven op de berg was echt fantastisch. En wat doe je dan in een Zuid Amerikaans land aan het einde van de zwaarste dag van de trek? Een potje voetballen natuurlijk. Samen met de gidsen hebben we nog twee potjes gespeeld, en het werd al snel duidelijk dat Rolf en ik het maar beter bij basketbal kunnen houden. Wat waren wij slecht zeg en we hadden echt geen idee wat we aan het doen waren. Maar leuk was het in ieder geval wel en ik was helemaal trots toen ik op een of andere manier toch nog een keer gescoord had.
De derde en vierde dag hebben we door regenwoud gebied gelopen, nog een middag in een thermaal bad tussen de bergen gebadderd waar ik vriendinnetjes ben geworden met een Peruaans meisje (ik kreeg koekjes van haar en zij kreeg steun om niet te verdrinken), ´s avonds bij een kampvuur gezeten waar we rode wijn gemixt met cola dronken (blijkbaar een Hongaars prezondaglunch drankje), we over een houten loopbrug 100 meter lang met missende planken 50 meter boven de rivier moesten lopen, in een bakje hangend aan een kabel een andere rivier overstaken en eigenlijk gewoon hebben genoten met onze gezellige groep in deze mooie omgeving. De vierde dag kwamen we aan het eind van de dag aan in de plaats onderaan Machu Picchu. Het grote verschil met de Inca trail is dat je niet echt Machu Picchu in loopt en je via de normale toeristeningang naar binnen gaat. Maar ja om de traditie van de trek erin te houden moesten we hier natuurlijk wel heen lopen, wat betekent dat je weer eens om 4 uur ´s ochtends opstaat om 560 traptreden naar boven te lopen. Rolf en ik hadden nog een valse start, want 10 min nadat we de kamer verlaten hadden realiseerde ik me opeens dat de camera nog in de hotelkamer lag en je kunt natuurlijk niet zonder camera naar Machu Picchu. Na een klein sprintje naar de gids getrokken te hebben en samen met hem weer terug naar de kamer, heb ik gelukkig met wat hulp van hem in kunnen breken in onze eigen kamer en hadden we toch nog de camera!
De beklimming van de berg en het eerste uitzicht op Machu Picchu was echt magisch. Ondanks dat het regenseizoen was hebben we alle dagen alleen maar zon gehad en dit was de dag van het bezoek van Machu Picchu niet anders. Echter was door het vroege daguur het nog wel mistig en lagen Machu Picchu en de omringende bergen verscholen in een dun laagje wolken. Echt zo mooi! Het was heel bijzonder om na die vele dagen lopen eindelijk de bekendste Inca ruïne ter wereld in het echt te zien. Het is iets dat je al heel veel op foto´s hebt gezien, waarvan je hoopt dat het in het echt net zo mooi gaat zijn en dat is het ook zeker. We konden misschien dan niet helemaal naar binnen lopen maar op deze manier kom je wel als eerste het hoofdcomplex binnen en nog genieten van de gigantisch mooie ruïne zonder andere toeristen erin. Je ziet de zon opkomen boven de bergen en gebouwen en langzaam trekt de mist weg om alles in volle glorie te laten schijnen, waardoor het bijna een magische plek wordt. Toch vond ik het grappig om er achter te komen dat het eigenlijk helemaal niet zo oud is. Op een of andere manier dacht ik altijd dat het duizenden jaren oud was, maar het is pas in 1430 gebouwd door de Inca´s. Het Incatijdperk is zeer belangrijk in de geschiedenis van Zuid Amerika, maar eigenlijk heeft dit koninkrijk helemaal niet zo lang bestaan. De Spanjaarden kwamen al snel na de opkomst van dit koninkrijk. Ze namen de macht over en hebben vele Inca steden en tempels verwoest op hun krijgstocht door het continent heen. Dit is hetgeen wat nu wel net Machu Picchu bijzonder maakt, want door de afgelegen ligging hebben de Spanjaarden dit niet kunnen vinden en kunnen leegroven van al het goud. De eerste ontdekking van deze heilige plaats was pas in 1911 door de Amerikaanse archeoloog Hiram Bingham. Jaja, precies 100jaar geleden en dit werd dan ook gevierd met een speciale Machu Picchu stempel die wij nu ook in ons paspoort hebben staan. Je moet toch wat om je paspoort vol te krijgen...
Grappig genoeg hebben wij het met een aantal van onze groep deze laatste dag het zwaarst gemaakt. Naast tussen de mooie ruïnes lopen, is het ook mogelijk om Wayna Picchu te beklimmen. Dit is een berg aan de noordzijde waarvan je op grotere hoogte een heel mooi uitzicht hebt over de ruïnes. Je moet hier wel van te voren voor reserveren en het is een extra klim, maar als je er bent kan je maar beter alles eruit halen toch? Nou dat hebben we geweten. De klim naar de top was prima te doen, erg steil maar het uitzicht maakte het gelijk meer dan waard. We maakten het ons alleen echt zwaar door de tocht naar beneden. We waren met 8 man van onze groep en er waren 2 wegen naar beneden. Om een of andere reden hadden we bedacht dat we via een grot de lange weg naar beneden zouden nemen. Helaas was dit niet alleen naar beneden maar ging het op en neer. Dit had als gevolg dat we door de brandende zon, watertekort bij iedereen en door de 2uur extra lopen echt allemaal kapot gingen. Eenmaal aangekomen bij de uitgang heb ik nog nooit zoveel mensen zo blij gezien door veel te duur water, waar we echt te hard aan toe waren. Hierna kwam misschien wel het grappigst van het hele bezoek aan Machu Picchu. Voor we weer de 560 treden naar beneden zouden lopen (je kon ook een bus nemen, maar we vonden dat we de trek ook lopend af moesten maken) zijn we om bij te komen even lekker in de schaduw gaan zitten met uitzicht op de ruïnes. Machu Picchu is niet alleen voor blanken toeristen een druk bezochte plaats, maar ook voor Peruanen. Elke Peruaan komt voor zijn afstuderen naar deze heilige plaats en wij waren blijkbaar vlak naast een Peruaans gezin gaan zitten. Rolf had gezien dat een meisje stiekem een foto van ons maakte dus hij zei dat ze wel op de foto met ons mocht als ze wilde. Nou dit was het startsein voor een hele fotoshoot. Ik weet niet hoeveel Peruanen hierna met ons op de foto wilde, maar in een kwartier tijd zijn er genoeg foto´s genomen om drie fotoalbums te vullen. Echt super grappig.
Na nog een dagje in Cuzco met een deel van onze groep gezellig door te brengen, was het tijd om weer door te trekken. We zijn naar Arequipa gegaan waar we in een paar dagen de stad bekeken hebben, een groot en mooi klooster bezocht hebben, een kookcursus gedaan hebben en sinds lange tijd weer eens een filmpje gepakt hebben. We hebben daar in de omgeving ook samen met een Hongaarse meid (die van de rode wijn cola mix) uit de groep weer een trek gedaan; nog even alles eruit halen voor we onze konten op een strand in Colombia rust mochten geven. We zijn naar Colca Canyon geweest en dit is met meer dan 3000meter diepte de diepste Canyon ter wereld. Het is zelfs twee keer dieper dan de Grand Canyon. Een fantastische plek om dus weer een stuk te lopen. Je kunt dit met een tour doen, maar het is ook harstikke makkelijk om het zelf te regelen dus hebben we dit met zijn drietjes gedaan. Na wat informatie vergaard te hebben, begonnen we de eerste dag al weer vroeg. Nee, ik ben geen ochtendmens geworden, maar we wilden de eerste dag graag naar een waterval lopen wat volgens het hostel niet te doen was is één dag. Door vroeg op te staan wilden we het meeste uit onze poging halen. Nou achteraf gezien hadden we veel later kunnen vertrekken, want we waren er al om half 2 ´s middags. Blijkbaar zijn we een stuk sneller dan de gemiddelde wandelaar, wat dan toch wel weer leuk is om te merken. En dat terwijl we iemand mee hadden die ons een beetje ophield. Nee niet de Hongaarse maar ons huisdier tijdens deze trek. Voor het hostel lag ´s ochtends een hond die besloten had om met ons mee te lopen. Straathonden lopen wel eens vaker een stukje mee met je mee, maar toen hij na een half uur nog steeds bij ons liep hebben we hem maar tot medetrekgenoot gemaakt. Chicken (naam verzonnen door Rolf) had het toch best een beetje zwaar in de zon, en had vaak even pauze in de schaduw nodig. Het was echt grappig om te zien dat het beest helemaal blij werd om zo mee te mogen met ons. Het eten dat hij van ons kreeg maakte het natuurlijk ook extra interessant.
Voor hem helemaal luxe was dat hij van mij in mijn bed mocht slapen, ik vond dat hij als straathond wel eens een lekker zachte ondergrond verdiend had. En Chicken heeft uiteindelijk als enige van ons lekker geslapen die nacht. Het lag niet aan de bedden in dit superkleine en mooie plaatsje van 10 huizen ver weg in de bergen, maar meer aan dat toen ik mijn dekens van mijn bed opensloeg er een schorpioen in rondliep. Hmm, dan ben je opeens weer zeer van bewust dat je hier wat andere enge beestjes hebt dan in Nederland. Gelukkig maar dat ik nog even gekeken had, want ik was er anders gewoon bovenop gesprongen. De tweede dag hebben we weer een stuk gelopen op een pad waar we helemaal geen andere toeristen tegenkwamen. Het leuke aan zelf een route plannen is dat we ook een route konden nemen die alle tourgroepen niet nemen en alles lekker op ons eigen tempo konden doen. En ons eigen tempo heeft ons lekker lang op de tweede dag in de Oase gehouden. Midden in de canyon ligt opeens een groen stukje land waar ze allemaal hotels hebben neergezet en zwembaden gevuld met het water uit de rivier die erheen stroomt. Oftewel een heerlijke plek om even een paar uur te relaxen in het zonnetje voor we weer naar boven moesten. Dat was het enige vervelende aan de Oase, je had heel erg duidelijk uitzicht op de steile berg die we op moesten. Uiteindelijk was het goed te doen om de 1100meter omhoog te klimmen, maar wat waren we blij dat we de middaghitte hadden overgeslagen want anders was het wel zwaar geweest in de brandende zon. Vlak voor we boven waren, hebben we weer een mega gave ervaring met condors gehad. Wij hadden ze natuurlijk al in Bolivia van dichtbij gezien, maar Georgie had ze nog niet eerder gezien. Terwijl we naar boven liepen, hoorde ik opeens geflapper naast mijn hoofd. Ik kijk op en zie op een paar meter afstand 3 condors met 3,5 meter vleugelspan naast me vliegen. Rolf was met zijn lange benen wat sneller omhoog dan wij vrouwen maar we hebben alle drie(Chicken was niet geïnteresseerd) enkele minuten met open monden kunnen genieten van deze mooie beesten die om ons heen bleven vliegen.
Na deze mooie ervaring was het weer tijd om verder te trekken. Maar vlak voor we Arequipa uit gingen, moest ik toch nog even de plaatselijke cuisine proberen. In Peru zijn ze heel erg trots op hun plaatselijke keuken die zeer verschilt per regio. En in de bergregio eten ze waar Peru misschien wel het meest berucht om staat; Cuy, oftewel cavia. Cavia is al honderden jaren belangrijk als delicatesse in de bergkeukens tijdens speciale gelegenheden. Dit is te zien in het schilderij van het laatste avondmaal in de kerk in Cuzco waar een cavia als maaltijd voor Jezus ligt. En tja ik moest het toch even proberen. Ik moet zeggen dat wanneer zo´n beest in stukken gebakken voor je op je bord ligt het toch wel erg vreemd is, maar ja dood was hij nu toch al. Ik heb wel even zijn hoofdje toegedekt om niet aangestaard te worden tijdens het eten en kan nu zeggen dat het echt naar kip smaakt. Ik vond het eigenlijk niet zo heel bijzonder. Geef mij dan maar liever de andere specialiteit van het land.
De andere specialiteit van het land is ook het favoriete voedsel van alle taxichauffeurs die we hebben gesproken en ik kan na ons bezoek aan Lima ook zeggen dat ceviche mijn favoriete eten is uit Peru. Ceviche is rauwe vis gegaard in limoensap met ui en chili en is echt super lekker. Rolf en ik hebben in ieder geval genoeg verschillende variaties gehad, want in de twee dagen dat we in Lima waren hebben we vooral gegeten. We vonden Lima verrassend genoeg een hele leuke stad met hele aardige en open mensen en heel veel restaurantjes. We hadden van te voren veel negatieve verhalen gehoord, maar wij delen dit gevoel echt totaal niet. Ik moet wel zeggen dat we echt vooral etend de tijd hebben doorgebracht, dus ja misschien een beetje scheef beeld aangezien je ons eigenlijk niet blijer krijgt dan met plaatselijk eten. (ok vooral mij) Ik weet eigenlijk niet hoe we het voor elkaar hebben gekregen, maar we hebben de tweede dag in Lima nooit langer dan 45 minuten tussen twee maaltijden gehad. Na dit bezoek aan de hoofdstad konden we dan ook helemaal vol en voldaan dit mooie land verlaten. Al met al was 3 weken in Peru veel te kort en hebben we niet veel van dit grote land gezien, maar wat we hebben gezien was erg leuk en smaakt voor de toekomst zeker naar meer.
Reacties
Reacties
Ow bah, toen ik ooit in Hongarije was, kregen we dat ook: boros cola noemden ze het. Rode wijn met cola! Zo vies, die Hongaren snappen er niets van ;)
Maar wel weer een geweldig verhaal! Hier in Nederland stormt het: regen, harde wind... Dus heerlijk om dan jullie verhalen te lezen! Veel plezier nog!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}